Handig om te weten! Verandering in praktijkexamen vanaf 1 januari 2024!

Wat verandert er in het praktijkexamen vanaf 1 januari 2024?

 

Concreet veranderen er 2 dingen:

1. Tijdens de voorbereidings- en controlehandelingen kan de examinator vragen stellen over

rijhulpsystemen. Net zoals er nu bijvoorbeeld vragen worden gesteld over de banden.

2. Voorafgaand aan de examenrit bespreekt de examinator met de kandidaat de keuzemogelijkheid

om wel of niet gebruik te maken van rijhulpsystemen tijdens het examen.

 

Wat zijn rijhulpsysteem:

- ADAS (Advanced Driver Assistance Systems)

- Technieken die het rijden veiliger én comfortabeler kunnen maken

- Sensoren om de omgeving waar te nemen

Hulpsystemen kunnen:

- informeren

- waarschuwen

- ingrijpen

- overnemen

 

Voorbeeldvragen CBR:

- Welke ervaring heb jij met het gebruik van rijhulpsystemen?

- Heb je wel eens meegemaakt dat de auto onverwacht reageerde door een rijhulpsysteem?

- Waar zie je de informatie als het systeem je informeert?

- Wat kan een gevolg zijn van een vervuilde sensor op de werking van rijhulpsystemen?

- Wat kun je mij vertellen over cruise control, parkeersensoren of achteruitrijcamera's (gangbare

systemen op auto's)

 

Wat kunnen kandidaten niet verwachten?

- Diepliggende of moeilijk te beantwoorden vragen

- Technische/mechanische/softwarematige vragen over de werking van rijhulpsystemen

- Vragen vanuit de examinator over systemen die ingrijpen in noodsituaties (bijvoorbeeld het

noodremsysteem)

 

Rijhulpsystemen volgens rijprocedure:

Bij gebruik van rijhulpsystemen (ADAS) gelden de volgende richtlijnen voor ‘rijklaar maken,

bediening/beheersing en milieubewust rijgedrag’:

- De bestuurder controleert vooraf aan een rit welke rijhulpsystemen in de auto direct invloed

hebben op het rijden en hoe deze werken.

- De bestuurder controleert of de sensoren en camera’s voldoende schoon zijn vooraf aan een rit. Hij

blijft alert op een zo goed mogelijke werking van de rijhulpsystemen. De bestuurder handelt op de

juiste manier op afwijkingen.

- De bestuurder gebruikt de instellingen van rijhulpsystemen op een manier die bijdraagt aan het

meest wenselijk rijgedrag volgens deze rijprocedure.

- De bestuurder neemt ook tijdens het rijden met rijhulpsystemen een actieve rijhouding aan, waarbij

hij gemakkelijk de rijtaak over kan nemen van de auto. Daarbij houdt hij de verkeerssituatie en

rijhulpsystemen voortdurend in de gaten. De bestuurder laat zich dus niet afleiden van zijn rijtaak en

verantwoordelijkheid.

 

Wij zorgen er natuurlijk voor dat de instructeurs dit bespreken met de leerlingen.

 

 

Artikel 1 t/m 1 van 11