Gebruik navigatiesysteem wordt standaard in praktijkexamen
Het gebruik van een navigatiesysteem wordt vanaf 25 maart 2019 standaard in het onderdeel ‘zelfstandig route rijden’ van het autopraktijkexamen. Daarnaast wordt er ook een wijziging doorgevoerd bij de bijzondere verrichtingen. De stopopdracht maakt plaats voor recht achteruit rijden en de opdrachtgeving voor de bijzondere verrichtingen wordt preciezer. Dat meldt het CBR deze week.
Naast de update werkt het CBR aan het vernieuwen van het praktijkexamen. Dit is onderdeel van het Landelijk Actieplan Verkeersveiligheid 2019-2021. Het CBR laat weten dat het hiermee aan wil sluiten op de dagelijkse praktijk waarin de meeste Nederlanders navigatieapparatuur in hun auto hebben.
Verplicht met navigatie rijden
Sinds september 2011 moet elke examenauto een navigatiesysteem hebben. Het gebruik van dit systeem is voor de examinator nu nog een van de drie mogelijkheden waaruit hij kan kiezen voor het examenonderdeel zelfstandig routerijden. Van de andere mogelijkheden vervalt het rijden naar een oriëntatiepunt (aangegeven plek). De clusteropdracht (steeds drie tot vijf routeopdrachten achter elkaar) komt alleen bij uitzondering nog aan bod, bijvoorbeeld bij uitval van de navigatie.
Bijzondere verrichtingen
De update van het autorijexamen betreft ook de bijzondere verrichtingen. De examenkandidaat krijgt dan bijvoorbeeld niet meer te horen dat hij moet parkeren, maar dat hij moet fileparkeren of parkeren in een haaks of schuin vak. Tot de overige bijzondere verrichtingen behoren de bocht achteruit rijden, omkeren door te steken, omkeren door een halve draai en de hellingproef. Van deze verrichtingen moeten er nog steeds twee worden uitgevoerd, waarvoor de kandidaat zélf een plek kiest.
Verder wordt de situatiebevraging uit het examen gehaald, omdat examenkandidaten hierdoor uit hun ritme kunnen worden gehaald. De situatiebevraging blijft wél een onderdeel van de tussentijdse toets.